Hoogste tijd voor nieuw curriculum

scholieren
Foto door Yan Krukov via Pexels

Kennis van de wereld is essentieel om leerlingen voorbereiden op deelname aan een pluriforme en democratische samenleving. De herziening van de kerndoelen voor taal en burgerschap dient in samenhang met aardrijkskunde en geschiedenis te gebeuren. De beschikbaarheid van het nieuwe Referentiekader voor Ruimte en Tijd maakt dit proces snel en eenvoudig uitvoerbaar. Minister Wiersma stuurde onlangs het masterplan basisvaardigheden naar de Tweede Kamer, en besloot na het debat met de Kamer dat hij de nadruk zal gaan leggen op taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden.

Lees hier de reactie van de VGN en het KNAG:

Taal en burgerschap kunnen niet zonder aardrijkskunde en geschiedenis

Alle leerlingen verdienen goed onderwijs. Minister Wiersma wil dit bereiken met een masterplan dat zich richt op versterking van taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. Dat lijkt een oplossing voor dalende resultaten maar is het niet. Om leerlingen voor te bereiden als kritische burgers deel te nemen aan een pluriforme en democratische samenleving is een curriculum nodig dat bij de tijd is.

Plannen voor een nieuw curriculum voor leerlingen van 4 tot 15 jaar

In 2019 bracht Curriculum.nu een eindadvies uit met voorstellen voor de inhoud van nieuwe kerndoelen voor negen leergebieden. Ondertussen viel het kabinet Rutte III en kwam het proces van curriculumvernieuwing tot stilstand.

De nieuwe minister, Wiersma, nam afstand van het grootschalige curriculumproject en besloot tot een aanpak waarbij eerst de meest urgente zaken worden aangepakt. Daarnaast wil de minister ervoor zorgen dat het curriculum in de toekomst meer periodiek wordt herzien om te voorkomen dat “niet nog een generatie leerlingen met een gedateerd curriculum wordt opgezadeld”. Dat lijkt ons een terechte observatie, aangezien de huidige kerndoelen stammen uit 2006. De minister start dit proces nu met de herziening van de kerndoelen voor taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid. Over de andere vak- en vormingsgebieden wordt (nog) niet gesproken.

Kennis van de wereld

Voor een goede voorbereiding op deelname aan de samenleving is het echter van groot belang dat leerlingen kennis van de wereld opdoen om deze wereld, dichtbij en verder weg, in heden, verleden en in de toekomst, beter te begrijpen. Ze krijgen hiermee inzicht in hedendaagse thema’s, zoals klimaatverandering/-adaptatie, geopolitiek, (de)globalisering, migratie en identiteitskwesties.

Ook de Tweede Kamer ziet hier het belang van in, zoals blijkt uit een aantal moties met betrekking tot het versterken van kennis over democratie en rechtsstaat, over mensenrechten, racisme, discriminatie, koloniaal verleden en migratiegeschiedenis, over de koloniale geschiedenis van Nederlands-Indië en over duurzaamheid. Aan deze moties is tot nu toe geen gevolg gegeven.

Een nieuw referentiekader voor aardrijkskunde en geschiedenis

Omdat de oude kaders voor aardrijkskunde en geschiedenis te weinig richting geven voor de ontwikkeling van nieuwe kerndoelen, verzocht de toenmalige Minister van Onderwijs in april 2020 aan SLO om in samenwerking met de vakverenigingen een nieuw historisch en geografisch referentiekader te ontwikkelen. Inmiddels is het nieuwe referentiekader Ruimte en Tijd met de inbreng van docenten, lerarenopleiders en andere experts tot stand gekomen. Hierin zijn de moties van de Kamer verwerkt en het kader sluit aan bij de onlangs vernieuwde Canon van Nederland en doelen van burgerschap. Het referentiekader Ruimte en Tijd biedt in samenhang gepresenteerde geografische en historische oriëntatiekennis, die leerlingen onderzoeksmatig kunnen toepassen, om ontwikkelingen in verschillende tijden en plaatsen vanuit meerdere dimensies en perspectieven te beschrijven, verklaren en vergelijken. Daarnaast komt dit nieuwe referentiekader tegemoet aan de behoefte van scholen om meer thematisch of vakoverstijgend te werken. Dit kader is direct inzetbaar en kan werk vereenvoudigen in de herziening van de kerndoelen voor aardrijkskunde en geschiedenis.

Samenhang

Herijking van de kerndoelen voor de wereldoriënterende vakken is dus hoogst urgent. En dat kan prima in samenhang met de herziening voor taal en burgerschap. In de praktijk van het onderwijs is die samenhang al zichtbaar en ook door de Inspectie van het Onderwijs wordt deze vorm van samenhangend onderwijs geadviseerd. Grootschalig onderzoek in de VS laat overtuigend zien dat geschiedenis- en aardrijkskundeonderwijs bijdragen aan de taalontwikkeling van leerlingen. Kennis van de (historische en geografische) wereld zorgt voor een rijke woordenschat, die bijdraagt aan de leesvaardigheid van leerlingen.

De kwestie rond samenhang geldt zeker voor het burgerschapsonderwijs. Zonder wereldoriëntatie met kennis over de wording en werking van de democratie, heeft burgerschap geen inhoud. En wanneer burgerschap los van vakken als aardrijkskunde en geschiedenis ontwikkeld wordt, dan is het gevaar dat scholen moeten gaan werken met een overladen curriculum.

Versterking van wereldoriëntatie met heldere kerndoelen is bovendien belangrijk met het oog op vergroten van kansengelijkheid omdat het minder uitmaakt welke kennis je thuis toevallig meekrijgt. Bovendien kunnen mensen alleen met voldoende algemene kennis feiten van fabels onderscheiden.

Als we echt willen dat leerlingen inzicht krijgen in kwesties die spelen in de samenleving, dat ze weloverwogen hun stem kunnen laten horen en dat de leerstof aansluit bij de wereld van nu, dan moeten de leerdoelen daarmee in overeenstemming zijn. De minister kan de herziening van de kerndoelen voor de wereldoriënterende vakken niet langer uitstellen. De beschikbaarheid van het nieuwe referentiekader voor Ruimte en Tijd maakt dit proces snel en eenvoudig uitvoerbaar. Het is de hoogste tijd!

Marjan de Groot-Reuvekamp, voorzitter VGN

Eelko Postma, secretaris-directeur KNAG

Carla van Boxtel, hoogleraar vakdidactiek geschiedenisonderwijs, Universiteit van Amsterdam

Tine Béneker, hoogleraar geografie en educatie, Universiteit Utrecht

Advertentie