Fotografe Dorothea Lange schrijft in 1960:
Ik reed dat natte en blubberige kamp binnen en parkeerde mijn auto alsof ik een terugkerende postduif was. Ik liep naar de hongerige en wanhopige moeder, alsof ik er door een magneet heen getrokken werd. Ik weet niet meer hoe ik mijn aanwezigheid of mijn camera aan haar uitlegde maar ik herinner me dat ze geen vragen stelde. Ik maakte vijf foto’s, dichterbij komend uit dezelfde hoek. Ze vertelde me haar leeftijd, dat ze 32 was. Ze zei dat ze hadden overleefd op de bevroren groente van de omliggende velden, en op vogels die de kinderen hadden gevangen. Ze had net de banden van haar auto verkocht voor voedsel. Ze zat daar in de autotent met haar zeven kinderen om haar heen gekropen.