Een aflaat voor voor een verbrande kerk

Fragment uit Nieuwe beschrijving van het bisdom van ’s Hertogenbosch door Josephus Antonius Coppens(1843)

De bron beschrijft de aflaat die door Paus Adrianus VI in 1512 werd afgegeven tot het herstel van de tijdens de Gelderse Oorlogen verbrande kerk van Schijndel in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch.


Vertaling

“De faculteit (H. Geest te Leuven) heeft, sedert dien tijd, tot de ontbinding der universiteit, het begevingsregt der kerk van Schijndel uitgeoefend. Men vindt vermeld, dat het eerste kerkgebouw, welks standplaats niet wordt aangeduid, den 17 julij 1347 afbrandde. De nieuwe kerk, die daarna werd gebouwd, werd ter plaatse den Heikant opgerigt: doch ook deze onderging het lot der vorige. Zij werd den 25 september 1512, door het Geldersche krijgsvolk verbrand. Daar de gemeente, om den armoedigen toestand, waarin zij door den oorlog was vervallen, geene middelen had, om eene andere kerk te bouwen, heeft de kardinaal Wilhelmus van Enckevoort, die destijds het patronaat van Schijndel bezat, van den paus eenen aflaat verkregen, voor hen, die door milde bijdragen tot den opbouw zouden medewerken. Uit de veelvuldige aalmoessen en giften, die van alle kanten werden aangebragt, vond men zich in staat een kerkgebouw daar te stellen, welk, ter plaatse de kluis, werd opgerigt.”

Coppens, Josephus Antonius (1843) Nieuwe beschrijving van het bisdom van ’s Hertogenbosch naar aanleiding van het Katholijk meijerijsch memorieboek · Delen 2-3. blz. 298

Advertentie