Aanvalsplan Vietcong

Op 1 november 1967 geeft de leiding van de Vietcong een bevel:

Je krijgt hierbij de opdracht om een plan op te stellen voor een opstand die binnenkort zal plaatsvinden met aanvallen op steden en dorpen, gecombineerd met een massale beweging op het platteland om hoofdsteden van districten en provincies en Zuid-Vietnam als geheel te bevrijden. (…) Om deze opstand mogelijk te maken, heb je lijsten nodig van alle onderdrukkers en spionnen en moet je je vertrouwd maken met de manier waarop ze leven en waar ze leven. Gebruik vervolgens zelfmoordeenheden om ze op welke manier dan ook uit te schakelen. De volgende taken moeten ook bereikt worden: beleg vergaderingen en geef informatie. Maak meteen gebruik van de bevolking voor sabotage, steunacties en overvallen op spionnen. De massa moet worden aangemoedigd om te staken, greppels te graven en nachtenlang gepunte stokken te schaven. De hele bevolking en elke familie moet worden aangemoedigd om hieraan deel te nemen. De partijkaders moeten, samen met de bevolking, zweren dat zij dicht bij de rijstvelden zullen blijven, hun dorpen verdedigen en hun uiterste best doen om de controle in handen te krijgen. Een aantal oude mannen, vrouwen en kinderen moet zich beschikbaar houden om misleidende informatie aan vijandelijke eenheden te geven. Jonge mannen en gezonde boeren worden ingezet om verdedigingswallen op te werpen, het terrein aan te passen, wacht te lopen en te vechten.

Advertentie