Anna Ekker, die op het eiland Celebes in Nederlands-Indië heeft gewoond, beschrijft in 1899 in het tijdschrift De Gids haar reis naar de Franse kolonie Algerije in Noord-Afrika:
Wie lang in Nederlands-Indië heeft gewoond, wordt in Algerije onaangenaam getroffen door het ontbreken van elke vorm van onderwerping of eerbied tegenover de Fransen. Voor wie dit niet begrijpt, wil ik dit even toelichten. Ik herinner mij toen ik op Celebes woonde, dat een van de heren van een handelsmaatschappij ontdaan was. In de sociëteit voor Nederlanders vertelde hij fluisterend, dat een inlandse prins hem die ochtend half lachend had ingehaald, zonder voor hem uit de weg te gaan, zoals het hoort voor een inlander tegenover een blanke. (…) Een officier, die dit hoorde, had iets vergelijkbaars meegemaakt en hij meende in het gezicht van degene die hem gepasseerd was een spottende blik te zien. De officier vond het nodig om zijn superieur ervan in kennis te stellen. (…) Met deze herinnering is het niet vreemd dat ik niet alleen onaangenaam verrast was maar ook huiverig werd, toen ik in Algerije zag dat de Arabieren erg lomp waren, de Europeanen voor de voeten liepen en hun wijde burnou1 tegen hen aan lieten waaien.
noot 1 Een burnou (boernoes) is een gewaad dat door Noord-Afrikaanse mannen wordt gedragen.