In 1781 verschijnt een leesboek (een “Vaderlandsch AB-boek”) voor de jeugd in de Republiek, geschreven door J.H. Swildens. Daarin staat, bij de letter S


I. Oorlogsschepen moeten wij houden om onze zeegrenzen te beveiligen, net als wij een landmacht moeten houden om onze landsgrenzen te beveiligen.
II. Oorlogsschepen moeten wij vooral houden om onze koophandel te beveiligen. (…) Onze zeemacht is de eigenlijke waarborg van onze landmacht. Want wij kunnen geen landmacht onderhouden zonder koophandel en onze zeemacht is de enige veiligheid van onze koophandel. “Oorlogsschepen, oorlogsschepen!” moesten daarom de Nederlandse moeders hun kinderen zelfs in de wieg leren roepen. Een vaste zeemacht is, naast onze landmacht, het enige middel om het bestaan en welvaren van ons hele land op een onwrikbare grond te vestigen.