Na de verkiezingen van 6 november 1932, waarbij de NSDAP een grote overwinning behaalt, schrijft een groep Duitse industriëlen en bankiers, geen leden van de NSDAP, in een open brief aan de Duitse president Von Hindenburg:
Wij spreken ons uit zonder enige partijpolitieke opstelling. In de nationale beweging die momenteel door ons volk gaat, zien wij het veelbelovende begin van een tijd die door het overwinnen van klassentegenstellingen de noodzakelijke basis legt voor een wederopstanding van de Duitse economie. Wij beseffen dat deze weg omhoog nog veel offers zal vragen. Wij menen dat deze offers slechts dan van harte gebracht gaan worden, als de grootste groepering in deze nationale beweging een leidende rol zal krijgen in de regering. Het overdragen van de leiding van een kabinet, dat zal moeten regeren op presidentieel gezag (…), aan de Führer van de grootste nationale groep, zal een einde maken aan de fouten en de ballast die een dergelijke massabeweging nu eenmaal onvermijdelijk met zich meebrengt en zal miljoenen mensen, die nu nog aan de kant staan, als positieve krachten meeslepen.