Alstublieft, ik smeek u om mij te sparen

Een Vietnamese vrouw schrijft in 1997 een boek met familieherinneringen aan Noord-Vietnam. Ze beschrijft wat een oom, vroeger grootgrondbezitter, in de jaren vijftig in haar dorp meemaakt

Elke keer als hij zijn huis verliet, gooiden kinderen stenen naar zijn hoofd. Als iemand, van welke leeftijd ook, hem beledigde of raakte, moest hij zijn hoofd buigen en zeggen: “Alstublieft, ik smeek u om mij te sparen”. Grootgrondbezitters werden de zondebokken voor het zware leven van de arme boeren. In mijn ooms dorp vervolgden mensen hem heel ijverig om te laten zien hoe vurig voorstander zij waren van de landhervormingen en om in een goed blaadje te komen bij de gewapende boeren die het nu voor het zeggen hadden. Anderen die vroeger jaloers waren geweest op zijn rijkdom en macht, hadden er nu plezier in om hem te vernederen.

Advertentie