Een ingezonden brief in een jongerenblad uit de jaren zeventig
Ik heb ontdekt, dat ouders zijn: anti-lange haren, anti-hoge sturen op je Puch, anti-capen, anti-broek met voorsluiting voor ’n meisje, anti-alles wat maar met een beatgroepje te maken heeft. Is het niet juist daarom dat we zo zijn? Want is het niet zo, dat we alles doen en zijn waarvan ouders anti zijn? Ik ken genoeg meisjes, die ’n foto van Mick Jagger aan de muur hebben hangen alleen om de reaktie van pa en ma te horen. Eigenlijk zien de ouders het veel erger dan dat het is, want wat doen de Sjorsen nou? Ze zitten bij elkaar in een patatkraam, praten over de bandjes, hun idolen, drinken kola, roken een sigaret.
’s Avonds gaan ze naar een club of dancing waar een beatband speelt. Dansen doen ze haast niet, of het is shaken. Vervolgens gaan ze naar huis waar ze door een blauw aangelopen pa worden ontvangen. Ze kruipen in bed en de volgende dag gaan ze weer gewoon naar school of werk. Daarna zoeken ze de gezelligheid weer bij vrienden in de patatkraam omdat ze thuis toch alleen maar horen dat ze naar de kapper moeten.
ALWINE K