Bonifatius velt een eik

Bonifatius (circa 672-754) was een van de belangrijkste missionarissen in het Frankische Rijk. Zijn neef Willibald, zelf ook priester en missionaris, heeft hem gedurende enige tijd vergezeld en later een levensbeschrijving (‘vita’) over hem geschreven. Daaruit komt dit fragment:

Veel van de mensen in Hessen werden bekeerd tot het Katholieke geloof en gesterkt door de genade van de geest: en zij ontvingen de handoplegging. Maar er waren daar enkelen, nog niet sterk van geest, die weigerden de onderwijzingen van het ware geloof helemaal te aanvaarden. Sommigen brachten in het geheim, anderen zelfs openlijk offers aan bomen en bronnen. Sommigen deden in het geheim aan wichelarij1, waarzegging en toverspreuken, en anderen openlijk.
Maar anderen, met meer gezond verstand, wierpen alle heidense goddeloosheid van zich af en deden niets van deze dingen, en het was met het advies en de instemming van deze mannen dat Bonifatius probeerde een boom van grote omvang om te hakken, in Geismar en, in de oude taal van het gebied, de eik van Thor genoemd.
De man van God was omringd door de dienaren van God. Toen hij de boom om wilde hakken, zie, een grote menigte van daar aanwezige heidenen vervloekte hem onder elkaar bitter, omdat hij de vijand van hun goden was. En toen hij een beetje in de stam had gehakt, was er boven de hoofden een door God gezonden windvlaag, en plotseling was de boomtop afgebroken en viel de eik in al zijn reusachtige omvang op de grond. Toen de heidenen die vervloekingen hadden uitgesproken dit zagen, hielden ze op met hun vervloekingen en loofden zij, in geloof, God. Toen overlegde de allerheiligste priester met de broeders: en hij bouwde van het hout van de boom een kapel en wijdde deze aan de heilige apostel Petrus.

Noot 1: wichelarij is het verkrijgen van informatie door middel van zogenaamde bovennatuurlijke krachten.

Advertentie