In de tijd van Karel de Grote (omstreeks 800) vindt een culturele bloeitijd in West-Europa plaats. Karels leermeester, de monnik Alcuinus, schrijft aan Karel:
Als velen zich laten inspireren door uw doelstellingen zal er in het rijk van de Franken een nieuw Athene geschapen worden, nee beter nog, namelijk een Athene verfijnder dan het oude, omdat het onze, veredeld door het onderricht van Christus, het Griekse Athene in wijsheid voorbijstreeft. De Ouden hadden alleen Plato als leraar en toch, geïnspireerd door de zeven vrije kunsten, schitterden zij reeds; onze beschaving is echter bovendien begiftigd met de zevenvoudige volheid van de Heilige Geest, en die zal alle waardigheid van de wereldse wijsheid overschaduwen.