Op 28 oktober 1939 schrijft Heinrich Himmler, de leider van de SS, de elitetroepen van Hitler:
Het oude spreekwoord dat alleen iemand die zonen en kinderen heeft in vrede kan sterven, geldt tijdens een oorlog en zeker voor de SS (…). Het grootste geschenk voor de weduwe van een man die gestorven is op het slagveld, is een kind van haar geliefde.
Tegen de burgerlijke wetten en gewoonten in, die misschien in andere omstandigheden waardevol zijn, is het een edele taak voor Duitse vrouwen en meisjes van de juiste bloedlijn om, zelfs buiten het huwelijk, niet lichtvaardig maar vanuit een diep moreel besef, moeder te worden van kinderen van soldaten die ten oorlog gaan en waarvan onduidelijk is of ze zullen terugkeren of zullen sterven voor Duitsland.
In de vorige oorlog besloten veel soldaten dat ze geen kinderen wilden verwekken gedurende de oorlog, zodat hun vrouwen niet in armoede zouden achterblijven na hun dood. SS-mannen, jullie hoeven je geen zorgen te maken, want wij zullen voor het volgende zorgen:
- Speciale personen die ik zelf selecteer, zullen in naam van de SS de voogdij op zich nemen van alle wettige en onwettige kinderen van goed bloed waarvan de vaders in de oorlog omkomen. Wij zullen de moeders steunen en het onderwijs en de zorg voor deze kinderen overnemen totdat ze volwassen zijn, zodat de moeders en weduwen geen armoede of gebrek hoeven te leiden.
- Na de oorlog, als de vaders teruggekomen zijn, zal de SS hen ruimhartig blijven ondersteunen.
SS-mannen en de moeders van jullie kinderen waar Duitsland op heeft gehoopt, laat zien dat jullie bereid zijn het leven van Duitsland te versterken, door jullie geloof in de Führer en voor het leven van ons bloed en volk, net zo dapper als jullie kunnen vechten en sterven voor Duitsland!