In 1807 is er in Leiden een schip met explosieven ontploft. Bij de ramp vielen 151 doden en ruim 2000 gewonden. Nederland heette op dat moment Koninkrijk Holland en werd bestuurd door Koning Lodewijk Napoleon. Hoewel hij door zijn broer Napoleon als koning werd aangewezen, heeft hij toch een belangrijke rol gespeeld in de ramp. Na vijf uur was hij al aanwezig op de plek des onheils. Uit zijn eigen privévermogen heeft hij een rampenfonds opgericht waarmee de stad weer kon worden opgebouwd. Daarnaast kregen dappere burgers die tijdens de ramp hebben geholpen een gratificatie. De gratificaties werden bijgehouden in een Lijst der gelden en goederen voor Leiden. Hieronder zie je het voorblad en een pagina waarin staat geschreven hoeveel iemand zou mogen ontvangen.
tekst: Lijst der gelden en goederen voor Leiden. Ingezameld na den ramp van den 12 januarij 1807. De stad overgekomen door het onverwagts springen van een schip met kruid.
Aan Jacobus Arbouw voor het redden van J:B: Stalder, de la leijne, oudt 10 jaar 52: = 10: =:
Aan Jacob van der Storm en Jan Ernst voor het redden van Maria Palm 52:=10=:
Aan Marcus van der Steen voor het redden van Veronica Eijlkens Weduwe Jasper van de Landen 52:=10:=
Noot: Het bedrag is uitgedrukt in Guldens en stuivers. Bovenstaande mannen ontvingen dus 52 gulden en 10 stuivers.