In februari 1967 stelt de Chinese ambassade in Oost-Berlijn foto’s tentoon in vitrines aan de buitenkant van het gebouw. De Staatssicherheitsdienst schrijft hierover in een rapport aan de minister van Staatsveiligheid van de DDR:
De getoonde afbeeldingen laten Chinese studenten zien die voorlezen uit de “werken” van Mao (…) op het Rode Plein in Moskou en er zijn foto’s van Sovjetmilities en burgers die ingrijpen, dus van een beginnende confrontatie.
Verder zijn er in scène gezette beelden van gewonde en bloedende Chinezen te zien. Elk van die afbeeldingen is becommentarieerd met duidelijk lasterlijke anti-Sovjet-bijschriften, bijvoorbeeld:
1 “Deze burger raakte ernstig gewond door trappen op zijn borst van Sovjetagenten; zijn toestand is levensbedreigend.”
2 “Slachtoffer van de fascistische bloedige daad van de Sovjetrevisionisten.”
(…)
Het viel op dat na het inrichten van deze vitrines de voorbijgangers meer dan gebruikelijk aandacht besteedden aan de tentoongestelde materialen.