In februari 1956 houdt de leider van de Sovjet-Unie, Nikita Chroesjtsjov, een rede. Veel historici vinden dat hij in de rede een juist beeld schetst van zijn voorganger Stalin, die in 1953 is gestorven. Chroesjtsjov zegt:
Kameraden! De persoonscultus heeft zulke monsterlijke afmetingen aangenomen, omdat Stalin zelf alle denkbare methoden aanwendde die
konden dienen voor de verheerlijking van zijn eigen persoon. Een van de meest karakteristieke voorbeelden van Stalins zelfverheerlijking en van zijn gemis aan bescheidenheid is de verschijning van zijn Beknopte biografie, in 1948 gepubliceerd. Dit boek is een toonbeeld van de meest liederlijke vleierij, een voorbeeld van een man die zichzelf tot een godheid verheft en van zichzelf een legende van onfeilbaarheid maakt.