De Hertogin van Orléans is de weduwe van de broer van de Franse koning Lodewijk XIV. In een brief schrijft zij over het leven aan het koninklijke hof:
Versailles, 4 januari 1704
De hofdames van de Hertogin van Bourgondië hebben geprobeerd om zich de rang en de plek van mijn hofdames toe te eigenen (…). Ze kregen de bewakers van de koning zover dat die een plek voor hen bezet hielden en de stoelen van mijn hofdames naar achter duwden. Ik heb hier eerst over geklaagd bij de Heer van Noailles, die mij antwoordde dat het op bevel van de koning was. Ik ben toen meteen naar de koning toe gegaan en zei tegen hem:
“Mag ik u vragen, Majesteit, of het uw orders zijn dat mijn hofdames geen plek of rang meer hebben? Als dat uw wens is dan zal ik daar niets meer over zeggen want ik wens slechts u te gehoorzamen (…).”
Die vrouwen zijn veel te vrijmoedig sinds ze de gunst van de koning genieten en ze hadden zichzelf wijsgemaakt dat ik niet de moed zou hebben deze zaak aan te kaarten bij de koning. Maar ik ben niet van plan mijn rang of mijn voorrechten te verliezen.