De Romeinse geschiedschrijver Tacitus over de Germanen

Als er bij de eigen stam door langdurige vrede en stilstand niets te beleven is, gaan de meeste jongeren van adel op eigen initiatief naar de stammen die dan in een oorlog verwikkeld zijn. Germanen houden namelijk niet van rust. Om een groot gevolg te onderhouden zijn geweld en oorlog nodig. Want mannen doen een beroep op de gulheid van hun leider voor dat mooie oorlogspaard of die bloedige, zegevierende werpspies. Eenvoudig toebereide maar overvloedige maaltijden krijgen ze bij wijze van soldij. De bron voor die gulheid is gelegen in oorlog en roof. Germanen zijn er moeilijker toe te bewegen land te beploegen of de oogst af te wachten dan de vijand uit te dagen en wonden te verdienen. Want ze vinden het een blijk van slapheid en laksheid om met zweet te verwerven wat je door bloed kunt krijgen. ​

Advertentie