In 1641 schrijft René Descartes:
Maar zie wat er gebeurt als ik het stukje [bijenwas] bij het vuur houd: de smaak is verdwenen, de geur vervlogen, de kleur veranderd. Van de vorm is niets over en de omvang is toegenomen. Het stukje is vloeibaar geworden en door de hitte bijna niet meer te hanteren. Als je ertegen aantikt, maakt het geen geluid meer. Is dit na deze verandering nog steeds dezelfde bijenwas? We moeten toegeven dat het dezelfde bijenwas is, niemand zal iets anders beweren. Wat was er voor mij dan zo kenmerkend aan dit stukje bijenwas?
Die kenmerken kunnen in ieder geval niet door mijn zintuigen onder de aandacht zijn gebracht, want smaak, geur, zicht, gevoel en gehoor zijn nu allemaal veranderd. En toch blijft het hetzelfde stukje bijenwas.