Dichten over Bissula

De gevierde, uit Bordeaux afkomstige Latijnse dichter Ausonius (315-395) heeft onder meer een dichtbundeltje geschreven op Bissula, een meisje dat hij als slaaf had gekregen, maar gauw vrijgelaten had. Hier volgt één van deze gedichten:

Bissula, over de ijskoude Rijn woont je stam, was je haardstee;
ergens, Bissula, weet je de plek waar de Donau ontspringt,
krijgsgevangene was je, vrijgelaten nu heers je
– tot zijn geluk – over hem, die jou als oorlogsbuit kreeg.
Moederloos kind, dat koestering miste, kwam je in handen
nooit van een meesteres, slavernij heb je nimmer gevoeld.
Nu, gelatiniseerd, ben je echt Germaanse gebleven,
‘k zie je gezicht, het blauw van je ogen, het blond van je haar;
Dubbelwezen? zó ben je van taal, maar zó van verschijning,
déze zegt: ‘dóchter van ’t Rijnland’, met trots, maar die: ‘een Latijnse’.

Advertentie