Een document opgesteld door paus Gregorius VII rond 1080.
De Paus heeft gezegd:
1. Dat de Kerk van Rome door de Heer zelf gegrondvest is.
2. Dat alleen de Romeinse Pontifex (=paus) met recht ‘universeel’ genoemd wordt.
3. Dat hij alleen bisschoppen kan ontslaan en weer kan aannemen.
9. Dat alle vorsten enkel de voeten van de paus kussen.
12. Dat het hem toegestaan is keizers af te zetten.
13. Dat het hem is toegestaan, bij dringende noodzaak, bisschoppen van de ene zetel naar de andere over te plaatsen.
25. Dat hij zonder synode (=kerkvergadering) bisschoppen kan ontslaan of herbenoemen.