In 1968 voert Leonid Brezjnev een telefoongesprek met Alexander (‘Sasha’) Dubček, de leider van de communistisch partij van Tsjecho-Slowakije:
Brezjnev: De laatste twee tot drie dagen hebben de kranten die ik net noemde vasthoudend allerlei scheldpartijen op de Sovjet-Unie en haar broederlanden gepubliceerd. Mijn kameraden op het Politbureau staan erop dat ik jou vanwege deze kwestie dringend aanspreek (…).
Dubček: We hebben een bijeenkomst gehad met de pers. Tijdens die bijeenkomst zijn de verslaggevers die volgens jou incorrect hebben gehandeld aangesproken, en de beslissing werd genomen om een eind te maken aan alle haatdragende formuleringen.
Brezjnev: Sasha, het maakt niet uit of jij een ontmoeting hebt gehad met de pers of niet. Wij waren het erover eens dat jij niet alleen maar een bijeenkomst zou houden. We waren overeengekomen dat alle massamedia – de pers, de radio en de televisie – onder de controle van het communistische Centrale Comité zouden worden gebracht (…). Zie je dan niet in, Sasha, dat we zeer zeker de maatregelen zullen moeten nemen die wij nodig vinden? (…)
Dubček: Wij kunnen onze eigen problemen oplossen, maar als jij denkt dat het noodzakelijk is bepaalde maatregelen te nemen, doe dat dan vooral.