In 1953 schrijft een Noord-Vietnamese boerin aan Ho Chi Minh
Onder de Franse overheersing ontbrak het mijn kinderen en mij aan rijst om ons te voeden en aan kleding om ons te kleden. Mijn kinderen moesten allerlei klusjes aannemen en ik leefde van dag tot dag, aardappelen verzamelend en in de grond wroetend naar wortels. Eind 1952 begonnen de boeren hun strijd tegen de oneerlijke en gemene grondbezitters. Dankzij u hebben we nu zo’n aangenaam leven en we zullen dat nooit vergeten.