Dit verhaal komt uit de bundel ‘De tocht naar het Noorden, verhalen en herinneringen van evacueés’ van het Gemeentearchief Súdwest-Fryslân uit 2023. Via de link kom je bij alle verhalen.
De oproep
Folkert en Berber van den Berg waren woonachtig aan de Pieter Coopmanstraat in Bolsward, en woonden daar met hun dochters. Tijdens de oorlog krijgt het echtpaar een oproep onder ogen, om kinderen in huis te nemen die op dat moment een beter en veiliger onderkomen nodig hebben. Waar deze oproep geplaatst is, is onduidelijk. Maar, zij besluiten, ondanks dat ze het niet breed hebben, om zich op te geven om één van deze kinderen in huis te nemen.
Een meisje
Folkert en Berber geven bij de opgave aan dat ze graag onderdak willen bieden aan een meisje. Dit omdat ze zelf al drie dochters hebben, en voordelen zagen met betrekking tot kleding en verzorging. Bij aankomst was deze groep kinderen al snel uitgedund en bleven er enkel twee jongetjes over. Deze jongetjes hielden zich krampachtig aan elkaar vast ‘’zo van: we horen bij elkaar en willen niet los van elkaar’’ verteld Berber van der Meer. Dat waren Willem en Freddy Gouwerok. ‘’Opa en Opoe konden hen niet laten staan’’ verteld Berber verder. Zo kwamen de Joodse jongetjes uit Amsterdam bij Folkert en Berber in hun gezin terecht. Willem en Freddy woonden in Amsterdam op de Govert Flinckstraat, in de Oude Pijp van Amsterdam. “Zij waren zwaar ondervoed en zaten onder de luizen. Hoe ze de oorlog zijn doorgekomen dat weet ik niet. Willem was 12 jaar, Freddy 8 jaar’’, schrijft een tante van Berber.
Verstoppen
Naast Willem en Freddy Gouwerok hadden ze ook een evacué uit Tiel in huis. De man zag er smoezelig uit, zo erg dat de familie er de kriebels van kreeg. Wat de naam van de man was, is niet bekend, maar hij kwam naar Bolsward nadat de Betuwe onder water was gezet in december 1944. ‘’Die kon er ook nog wel bij in dat kleine kamertje.’’ Het betrof naar alle waarschijnlijkheid een volwassen man, en daarom was voorzichtigheid geboden. Er werd door de Duitsers gezocht naar volwassen mannen voor de Arbeidseinsatz. ‘’Binnen het gezin hadden ze afgesproken wat er moest gebeuren bij een controle: de man ging zich dan verstoppen en dan ging mijn moeder in zijn bed liggen, zijnde ‘beslapen.’’’ Zo lukte het ze om de evacué uit Tiel geheim te houden.
Geen cent te makken
Folkert van den Berg had de Kiosk in Bolsward, maar ondanks dat hadden ze het niet breed thuis. Er was geen verwarming, wat ervoor zorgde dat het er in de wintermaanden erg koud was, met ijsbloemen op de ramen en dekens die klam aanvoelden. Ondanks dat ze geen cent te makken hadden, zorgden ze toch voor de drie extra personen in hun huis, en dat was niet zonder gevolgen. De jongste dochter van Folkert en Berber raakte in die periode ondervoed doordat ze te weinig eten krijgt. Na de oorlog moest zij voor zes weken naar een tehuis in Egmond aan Zee om aan te sterken. De huisvesting van de evacué en Joodse onderduikers was dus niet zonder consequenties voor het gezin zelf.

Huwelijksfoto Folkert en Berber van den Berg