In 180 vindt in de Noord-Afrikaanse stad Carthago een proces plaats tegen een groep christenen. Van dat proces is een verslag uit die tijd bewaard gebleven. De Romeinse bestuurder Vigellius Saturninus ondervraagt de christenen en hun leider Speratus:
Saturninus U kunt gratie verkrijgen van onze heer, de keizer, als u tot betere gedachten komt.
Speratus Nooit hebben wij iets misdaan, wij zijn aan geen enkel slecht werk medeplichtig geweest, nooit hebben wij een vervloeking uitgesproken. Terwijl we slecht behandeld werden, hebben wij onze dank betuigd, omdat wij onze keizer eren.
Saturninus Goed, maar wij hebben ook een godsdienst en die godsdienst is eenvoudig. Wij zweren bij de genius (beschermgeest) van onze heer de keizer, en wij bidden voor zijn heil. Dat behoort u ook te doen.
Speratus Als u even rustig wilt luisteren, zal ik u een mysterie van eenvoud uiteenzetten.
Saturninus Ik zal niet luisteren wanneer u slechte dingen zegt over wat ons heilig is, zweer liever bij de genius van onze heer, de keizer.
Speratus Ik erken geen keizerschap van deze wereld; veeleer dien ik die God, die geen mens gezien heeft of zien kan met deze ogen. Ik heb niets gestolen, en over wat ik koop zal ik de belasting die daarop staat, betalen, omdat ik mijn Heer ken, de keizer van alle koningen en volkeren.
Saturninus (tot alle aanwezigen) Laat u niet langer door deze man overreden. (…) Volg hem toch niet in zijn waanzin. anderen Wij hebben niemand te vrezen, behalve de Heer onze God, die in de hemel is. Wij eren de keizer omdat hij de keizer is, maar alleen God vrezen wij.
Saturninus Ik geef u dertig dagen uitstel. Bedenk u.
Speratus Ik ben christen (en allen stemden met hem in).
Saturninus (leest het vonnis voor) Speratus, (en de anderen) die bekennen als christenen te leven, en die hardnekkig bij hun besluit blijven,
hoewel zij de gelegenheid gehad hebben om terug te keren tot de Romeinse levenswijze, worden hierbij veroordeeld tot de dood door het zwaard.
Speratus Wij danken God.
En zo werden allen tegelijk met het martelaarschap gekroond en heersen zij met de Vader en de Zoon en de Heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen.