In 1966 stelt een Amerikaans adviesbureau in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Defensie een rapport op over het succes van de Vietcong. Voor het rapport worden 145 gevangengenomen Vietcongstrijders ondervraagd. Een van hen verklaart:
De Vietcongeenheden bij de bergbewoners maken gebruik van de plaatselijke dialecten om te communiceren. Ik werkte onder het Bahnar volk1. Om bij hen iets te bereiken, moest ik hun dialect en hun gewoonten leren. Dit is erg belangrijk, want de Vietcong ziet etnische minderheden in Zuid-Vietnam als een uiterst belangrijke factor in de strijd. De bergbewoners leveren een wezenlijke bijdrage aan de strijd. De belangrijke verbindingen van Noord- naar Zuid-Vietnam lopen door gebieden die door bergvolken worden bewoond en ook al onze kampen liggen in deze gebieden. Om die reden werd elke wandaad tegen een bergbewoner en elke vorm van discriminatie streng bestraft.
noot 1 bewoners van het centrale berggebied van Zuid-Vietnam aan de grens met Cambodja