In 1500 publiceert de humanist Erasmus het boek Adagia, een verzameling van Griekse en Romeinse spreuken. Bij de spreuk Festina Lente schrijft hij over de Italiaanse drukker Manutius, die deze spreuk als logo heeft:
Manutius is als het ware geschapen om deze beschaving [van de Oudheid] in haar oude glorie te herstellen; onvermoeibaar zwoegt hij voort. Geen inspanning is hem te zwaar en slechts op dit ene is zijn vurige hoop gericht:
de gereedschappen voor de beoefening der schone letteren gezuiverd en gaaf ter hand te stellen aan mannen van goede aanleg (…). [Ik] durf de geleerden te verzekeren dat zij, door het toedoen van deze éne man, binnen weinige jaren zullen beschikken over al de goede auteurs die geschreven hebben in het Latijn en Grieks. En zonder uitzondering van enige tak van wetenschap en dat alles in onverkorte en van fouten gezuiverde vorm. Niemand zal dan ook maar één leemte in zijn bronnenmateriaal hoeven te hebben. Mocht dit ooit lukken, dan zal pas blijken, hoeveel goede handschriften nu nog ontoegankelijk zijn (…). Dan ook zal men merken, hoe ook die teksten, waarvan men nu nog denkt dat die behoorlijk gecorrigeerd zijn, wemelen van de wonderlijkste fouten.