Vijf fragmenten uit radiotoespraken van president F.D. Roosevelt in de jaren 1933-1945:
fragment a
De Europeanen, die bezig zijn zichzelf te verdedigen, vragen ons niet om het vechten over te nemen. Zij vragen om de uitrusting, de vliegtuigen, de tanks, de geweren en de vrachtschepen, die hen in staat zullen stellen te vechten voor hun eigen zekerheden. Als we met hen meevoelen, moeten we hen deze wapens geven. Wij moeten het grote arsenaal van de democratie zijn.
fragment b
Ik moet terugdenken aan die avond in maart, vier jaar geleden, toen ik mijn eerste radiopraatje voor u hield. Wij zaten midden in een bankencrisis. Niet lang daarna vroegen we het volk om al het goud dat het bezat aan de regering van de Verenigde Staten te geven. Het herstel dat we nu kunnen zien, toont hoe juist dat beleid was. Maar toen het bijna twee jaar later behandeld werd door het Hooggerechtshof werd het met een meerderheid van vijf tegen vier stemmen ongrondwettig verklaard.
fragment c
De beslissing over de grenzen van Polen was, eerlijk gezegd, een compromis. Ik was het er niet volledig mee eens, dat zeker niet, maar we zijn niet zo ver gegaan als Groot-Brittannië had gewild en ook niet zover als de Sovjet-Unie had gewild. Door ons besluit zal Polen grondgebied in het Noorden en Westen krijgen als compensatie voor het verlies van grondgebied in het Oosten.
fragment d
Op 3 maart ’s middags, afgelopen vrijdag een week geleden, waren vrijwel alle banken in het hele land dicht. (…) Het was het moment waarop ik mijn besluit voor de tijdelijke sluiting van de banken bekend heb gemaakt en dit was de eerste daad van mijn regering gericht op het herstel van ons financiële en economische systeem.
fragment e
Landgenoten, de Japanners hebben op laffe wijze de vrede geschonden. Talloze Amerikaanse soldaten en marinepersoneelsleden zijn door de vijandelijke acties gedood. Amerikaanse schepen zijn tot zinken gebracht en Amerikaanse vliegtuigen zijn vernietigd.