Rond 440 schrijft de Romeinse christelijke priester Salvianus van Marseille over de Germaanse stammen die dan binnen het Romeinse Rijk leven:
Wat betreft de levenswijze van de Goten en Vandalen: in welk opzicht overtreffen we hen of kunnen we ons zelfs maar met hen vergelijken? Laat ik het om te beginnen hebben over genegenheid en liefde. God leert ons dat dit de belangrijkste deugden zijn. Hij beveelt ze niet alleen overal in de Heilige Schrift aan, maar ook met zijn eigen mond wanneer hij zegt: “Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn” (Johannes, 13:35). Bijna alle barbaren, tenminste als ze van dezelfde stam zijn en geregeerd worden door dezelfde koning, houden van elkaar, terwijl de Romeinen elkaar vervolgen.