J. Brouwer herinnert zich hoe, kort na het begin van de Japanse bezetting, in Bandung (Java) zijn auto in beslag wordt genomen.
Ik was even in de stad om een paar zaken te regelen, toen ik voor het Preanger Hotel door een Japanse soldaat werd aangehouden. Terwijl hij een stuk papier met Japanse karakters op de voorruit plakte, opende een andere Japanner de linkerdeur en gebaarde mij uit te stappen en de sleutels te overhandigen. Er zat niet veel anders op dan te gehoorzamen. Het viel mij op dat een van de Japanners goed Indonesisch sprak en toen ik hem goed aankeek herkende ik de bediende van de fotostudio in Batavia waar ik altijd mijn rolfilms liet ontwikkelen en afdrukken. Hij herkende mij ook en grijnsde. Toen ik hem in het Indonesisch verzocht een paar persoonlijke eigendommen uit de auto te mogen halen, hervond hij zijn overwinnaarshouding. Hij stoof verschrikkelijk op en brulde: “Pergi!”, hetgeen onder de gegeven omstandigheden wel niet anders kon worden uitgelegd dan: “Donder op!” En zo verloor ik dan ook een portabel schrijfmachine, een goede wegenkaart van Java en een koffer met jurken van Ivy erin. En ook een exemplaar van het door de Nederlands-Indische regering uitgegeven witboek “Tien jaren Japans gewroet in Nederlands-Indië”.