Historicus Herodianus over de expeditie van keizer Caracalla

Omstreeks 240 schrijft de historicus Herodianus over de expeditie die de Romeinse keizer Caracalla in 213 onderneemt naar de noordgrens van het keizerrijk:

Nadat hij uit Italië was vertrokken, kwam hij aan bij de oevers van de Donau, waar hij de zaken met betrekking tot het noordelijke deel van het rijk regelde. Als lichaamsbeweging deed hij mee aan paardenraces en vocht tegen allerlei wilde dieren. Hij besteedde weinig tijd aan rechtszaken, maar doorzag een zaak gemakkelijk en kwam snel tot een passend vonnis op basis van de meningen die hij had gehoord. Hij won ook de trouw en vriendschap van alle Germanen ten noorden van de grens. Hij rekruteerde hulptroepen onder de Germanen en stelde een lijfwacht samen van mannen die hij selecteerde op basis van kracht en fysiek voorkomen. Dikwijls deed hij zijn Romeinse mantel uit en verscheen in Germaanse kledij, zoals de overmantel die zij gewoonlijk dragen, doorstikt met zilverdraad. Hij had ook de gewoonte een pruik van blond haar te dragen, gekapt in Germaanse stijl. De barbaren waren verrukt en adoreerden hem.

Advertentie