Een overlevende van de hongersnood in de Oekraïne schreef later over de gebeurtenissen in zijn dorp. Uit zijn boek komt het volgende verhaal over het lot van Stepan Shevchenko
Hoewel hij net als ieder van ons een arme boer was, verschilde Shevchenko van ons in één opzicht: hij had totaal geweigerd om mee te doen aan de collectieve boerderij. Het verbazingwekkende was dat hij op een of andere manier erin slaagde te overleven, althans zo leek het, tot juni 1932. Op een dag ontving hij een bevel om 500 kilo tarwe te leveren aan de staat. Daaraan voldeed hij volledig. Maar vlak daarna ontving hij weer een bevel. Deze keer eisten ze twee keer zoveel tarwe, hoewel duidelijk was dat hij daaraan niet kon voldoen omdat hij niets meer over had. Zijn tegenwerpingen waren tevergeefs. De ambtenaren hielden vol en dreigden hem naar Siberië te verbannen. Hij wist dat ze het meenden, dus was hij gedwongen om alles van waarde te verkopen, zelfs zijn koe, om de gevraagde tarwe te kopen. Stom genoeg geloofde hij dat zijn problemen nu voorbij waren.
Uiteraard ontving hij heel snel het onverbiddelijke derde bevel: 2000 kilo tarwe onmiddellijk! Die kon hij niet leveren. Toen kwam de onheilsdag waarop de ambtenaren van de Broodcommissie hem een bezoek brachten. Ze zochten zijn huis en erf af naar verborgen graan, maar ze vonden niets. Desondanks werd Shevchenko tot ‘koelak’ bestempeld, en hij en zijn gezin moesten onmiddellijk hun huis verlaten. Het huis en alle andere bezittingen van de Shevchenko’s werden ingenomen en tot ‘socialistisch bezit’ verklaard.