Inwoners van Súdwest-Fryslân in het leger van Napoleon

Tussen 1806 en 1814 dienden 60.000 Nederlandse militairen onder Napoleon. Hiervan stierven er 20.000 aan hun verwondingen, ziektes en ondervoeding tijdens barre veldtochten in het buitenland, Dit aantal is in vergelijking met eerdere en latere oorlogen enorm hoog. De hoge sterftecijfers hadden onder andere te maken met de posities waarop de Nederlandse regimenten moesten vechten tijdens de Russische veldtocht van 1812: ze werden vaak in het heetst van de strijd geplaatst. Onder de dienstplichtigen waren honderden afkomstig uit de voorgangers van de huidige gemeente Súdwest-Fryslân.

Van een aantal van de 675 personen zijn brieven bewaard gebleven. Zoals de op 6 juli 1792 in Warns geboren Jacob Jans de Vries. Hij was loteling in de lichting1812 in de mairie5 Stavoren en kwam terecht in het Garde Impérial, 5e regiment grenadiers, tirailleur 2e bataljon, 1e compagnie te Vincennes (Fr.) Hij verbleef daar tussen 5 mei 1813 en 1 september 1813 enkele maanden in het hospitaal en schreef de volgende twee brieven.

5 mei 1813

“Zeer beminde vader en moeder alsmede mijne broeders en zusters ik schrijf u dat ik door Gods goedheid in een goede welstand ben. Hopende dat het ook alzo met u moog zijn is het anders het zou ons van harten leed zijn. Wij zijn de 29e april in Lorboa (?) gekomen en de 30e dito zijn wij naar St.Denis getrokken hetwelk een uur weder terug is. Wij zijn 145 uuren van huis maar het zeggen is dat wij 20 dagen na dezen moeten vertrekken naar Duitsland.

De wapens hebben wij gehaald de 3e mei en de madeering (=montering) kregen wij zondag als wij klaar zijn want alles nieuw aangerigt. Wij zijn met 1400 man nieuwe rekruten. Wij moeten daags 4 uuren leeren en wij krijgen daags 2 maal warm eten morgens 10 uur en namiddags 4 uur zodat wij onze behornen (?) verzadigt krijgen zodat ik in deze staat mij wel kan schikken. Nu is mijn versoek dat gij op het alderspoedigst weer moet schrijven en gij moet mij vooral schrijven hoe het met de lotting tot de 40 bij u in Vriesland gaat want deze lotting komt in Vrankrijk. Ik ook bezorgt ben dat het bij u geschiede en mijn verlangen is zeer dat te weten omdat ik vrees dat het een van mijne broeders als dan moet te treffen. daar ik liever bij u moch zijn als in deze staat aan te houden geen leeven gelijk ik gewoon ben in onse toestand.

Maar ik wensch dat God die mij zoals men zegt in ’t lijden ook weer na desen mij zal brengen in groot verblijden of zijn ik door Gods hand gelijd in een vreemd land. Ik weet dan dese staat die mij getroffen is door ’t lot geen mensch bestierig. Maar alleen de wil van God. Houd moed in dese staat mijn vader en mijn moeder En troost u hier toch aan want God ( doet) Hij al mij wensch ik wee na (desen ?) na een geruim tijd leiden in mijn (land). Ik sta in geloof zeer vast en ( weet) hier geen mensch op aard mijn ……… Ik vrees niet voor een mensch die………….

Hier mee schij ik uit met de pen maar ( niet met het hart) Dat ik niet bij u kan zijn dat is ( mijn smart) Zij alleen van mij gegroet ( vader en mijn moeder) En ook Lammert Trijns.

Het adres hetwelk op mijn brief moet zijn: Aan Jacob Jans de /vries, 5e regiment grenadiers tirailleurs Garde Imperial 2e Bataillon 1 compagnie”

Aan Jan Gerkes de Vries Warns Canton Hindeloopen Departement de la Frise a Holland tot Sneek

Paris 1 September 1813

Hartelijke en Geliefde ouders ik laat uw weten dat ik nog redelijk gezond ben zal het anders met u (zijn) het zou mijn van herte leet weezen. Liefde ouders ik heb Grooten Smarten uitgestaan. Dan ik heb twee maanden in het hospitaal gelegen en dan kunt Gij het wel begrijpen ik ben door Gods Goedheid weer hersteld. Daar ik blij om bent maar ik ben heel mager geworden. Daarom heeft de Doctoor mij gekeurd om in de brak. Daar hoef Gij niet ongerust om te weezen. Dat ik na Rusland toe ben en dat onse kammeraaten all te moe vertrekken. Wij zijnen nog met 4 Westvriesse bij malkander. Wij hoefen niet te werken al morgen een beeje ardappels te schullen om de 8 dagen 24 uuren op te wagt maar daar hoef ik maar 6 van te doen. Daar is een toorn Daar zitten 11 honderd nab op gevangen en daar moeen ijder op wagt staan. Daar wij niet veel zin want Daar der al Drie Dood. Wij hebben het nog al redelijk van eeten smorgens om tien uuren krijgen wij Goede zoep met Vlees en smiddags om 4 uuren krijgen wij gestamte aardappels. Die wel Goed zijn en om De twee dagen Drie pond brood. Daar kunnen wij Goed bij houwen ik ben De 17 mei gekleed geworden en 19 ben ik na hospetaal Gegaan toen hebben ik mijn kleeren in de brak gelaaten en toen ik uit het hospitaal kwam toen waaren mijn kleeren al gaar weg ik heb nies over Gehouden dan mijn kapot en een linnen broek een poliessiemus. Dat ik Genoodzaak om nog wat kleeren te koopen het was gelukkig Dat ik nog wat Geld had en ik laat u weeten Dat uit Rusland van Daan komen. De een met een been en De ander zonder beenen en met een arm en ook op twee krukken springen. Zeer Geliefde vader en moeder zusters en broeders ik zijn er geheel over verwondert.

Dat ik geen brief kreeg hoe of het is. Dat de briefven niet te regt komen Die ik u heb gezonden heb schrijf mijn een brief hoe het met u allen Gaat. Want ik ben verlangen na een brief van u hoe in Vriesland is gesteld.

Zijt verders van mijn Gegroet vader en moeder zusters en broeders en alle Goeden Vrieden en ook Lammert hijns Monsieur. mijn adres is Jacob de Vries tirailleur 5e regiment a la Garde imperiale a Dupot a Vincennes Departement a le Siene.

Via de link kom je bij een overzicht van alle 675 personen.

Advertentie