Isocrates over de achteruitgang van de democratie

Omstreeks 355 voor Christus houdt Isocrates een redevoering in Athene, waarin hij stelt dat het bestuur van de stad sterk achteruit is gegaan sinds de zesde eeuw voor Christus, de tijd van Solon en Kleisthenes:

Kortom, men was er destijds van overtuigd dat het volk, als hoogste gezag, de bestuurders moest kiezen, degenen die hun functie niet goed vervulden moest straffen en moest beslissen bij meningsverschillen en dat diegenen die daar de tijd en de financiële middelen voor hadden zich als dienaren moesten inzetten voor het bestuur. Als zij hun bestuurstaken goed verrichtten, werden zij geprezen en moesten zij tevreden zijn met de erkenning die zij daarvoor kregen. Maar als zij hun werk slecht hadden gedaan, dan had het volk geen medelijden en moesten zij streng worden gestraft. Hoe zou je een rechtvaardiger en stabielere democratie kunnen vinden dan die waarin de meest invloedrijke burgers besturen, terwijl tegelijkertijd het volk soeverein is in zijn controle over diezelfde bestuurders?

Advertentie