Johnson over Tsjecho-Slowakije

Het tragische nieuws uit Tsjecho-Slowakije schokt het wereldgeweten. De Sovjet-Unie en haar bondgenoten hebben een onverdedigd land aangevallen om het herleven van doodgewone menselijke vrijheid neer te slaan.

Op 21 augustus 1968 verklaart president Johnson het volgende:

Het tragische nieuws uit Tsjecho-Slowakije schokt het wereldgeweten. De Sovjet-Unie en haar bondgenoten hebben een onverdedigd land aangevallen om het herleven van doodgewone menselijke vrijheid neer te slaan. Het geeft een triest beeld van het communisme dat vrijheid in Tsjecho-Slowakije wordt gezien als een bedreiging voor de veiligheid van de Sovjet-Unie. De verklaringen die de Sovjet-Unie gaven zijn verzonnen. De Tsjecho-Slowaakse regering heeft haar bondgenoten niet gevraagd zich te bemoeien met haar binnenlandse zaken. Er was geen enkele buitenlandse bedreiging voor Tsjecho-Slowakije. De actie van het Warschau Pact is een overduidelijke overtreding van de regels van de Verenigde Naties. We zijn in spoedoverleg om te zien welke stappen de Verenigde Naties kunnen nemen. Ambassadeur George Ball heeft de opdracht om met de andere naties in de Veiligheidsraad aan te dringen op het naleven van de rechten van Tsjecho-Slowakije en zijn volk. Intussen roep ik de Sovjet-Unie en haar bondgenoten op om, in naam van de vrede, haar troepen terug te trekken uit Tsjecho-Slowakije. Ik hoop dat woordvoerders van regeringen en volkeren overal ter wereld hetzelfde zullen doen. Het is nooit te laat om de rede te laten zegevieren.

Advertentie