In zijn in 1867 verschenen ‘Inventaris der verzameling kaarten berustende in het Rijksarchief. Eerste gedeelte’ beschreef P.A. Leupe de archiefkaarten uit de periode vóór 1813 die betrekking hebben op gebieden buiten Nederland. Hiertoe bracht hij de ‘buitenlandse kaarten’ uit de diverse vroegmoderne archieven bijeen in één verzameling, die nu bekend staat als de ‘Collectie Leupe’.
De kaarten van de West-Indische Compagnie en de Sociëteiten van Suriname en Berbice vertellen het verhaal van de slavenhandel op de Antillen en de kusten van Zuid-Amerika vanaf de slavenforten aan de Goudkust. De Nederlanders waren tientallen jaren aanwezig in Nieuw-Nederland en Brazilië, veroverden Curaçao en stichten plantages in Suriname en Berbice.
Op deze kaart zijn de percelen van de plantages in Suriname te zien. Sommige plantages hebben, als wij er nu naar kijken, een zeer bijzondere naam.