Op 4 december 1563 vaardigt de katholieke kerk het volgende decreet uit over aflaten1:
Omdat de Kerk van Christus de volmacht heeft gekregen om aflaten te verlenen en zij van deze door God gegeven volmacht vanaf de oudste tijden gebruikmaakt. Zo leert en gebiedt de heilige Synode2 dat het gebruik van aflaten voor het christelijk volk hoogst heilzaam is en het door de autoriteit van heilige Concilies2 goedgekeurd is om voor de Kerk behouden te blijven.
Het veroordeelt daarmee met de banvloek3 al diegene die of beweren dat aflaten van geen nut zijn, of die zeggen dat het niet aan de Kerkelijke macht toekomt hen te verlenen.
Zij wenst echter dat men bij het verlenen van aflaten zich matigt en zich erop toelegt de kerkelijke orde niet door al te grote plooibaarheid schade te berokkenen. Zij wenst dat de misbruiken die ingeslopen zijn (…) worden vermeden en gecorrigeerd, zo bepaalt zij door het voorliggende decreet in het algemeen dat al de oneigenlijke winst voor het verkrijgen van een aflaat volledig afgeschaft moet worden.
noot 1 Een aflaat is een kwijtschelding voor straf van God. Gelovigen kunnen een aflaat verkrijgen door goede werken te verrichten of door geld te betalen.
noot 2 Een Synode en een Concilie zijn kerkvergaderingen.
noot 3 Een banvloek houdt in dat een gelovige wordt buitengesloten.