Kennedy helpt Martin Luther King

E.F. Morrow is een zwarte, hooggeplaatste medewerker van president Eisenhower, die meewerkt aan de Republikeinse campagnes voor de presidentsverkiezingen van 1952, 1956 en 1960. Kort na zijn vertrek uit het Witte Huis in 1961 publiceert hij zijn herinneringen. Hierin schrijft hij over de campagne van Richard Nixon van 1960:

Anders dan in de Eisenhower-campagnes van 1952 en 1956 mocht ik in de campagne van Nixon in 1960 niet samen met de presidentskandidaat worden gezien.
Aan het einde van die campagne werd de bekende zwarte leider Martin Luther King in de gevangenis gezet op grond van een dubieuze aanklacht. De zaak kreeg over de hele wereld veel aandacht. Dit was een moment waarop politici zich moesten uitspreken.
Ik drong er bij de campagneleiders sterk op aan dat Nixon een verklaring zou afleggen waarin hij de gevangenneming van King betreurde. Zij aarzelden, omdat zij vreesden dat het strategisch gezien een slechte zet zou zijn. (…) Een dag later kwam King vrij. Dit gebeurde dankzij de tussenkomst van de Democratische kandidaat John F. Kennedy. Niet alleen had Kennedy een telegram gestuurd naar de burgemeester van Atlanta, hij belde ook de vrouw van King om zijn bezorgdheid te uiten en haar zijn hulp aan te bieden. (…) Deze actie heeft de Democraten de overwinning bezorgd. Dit gebaar van Kennedy bracht de gehele zwarte gemeenschap in beweging en leidde ertoe dat tienduizenden zwarte stemmen naar de Democraten gingen.

Advertentie