Klaagbrief uit Orléans

Fragmenten uit het ‘cahier de doléances’ (klaagbrief) van de derde stand van Dourdan, gelegen in de provincie Orléans, 29 maart 1789.

De derde stand van de stad, het baljuwschap en het graafschap van Dourdan, diep dankbaar voor de vaderlijke liefde van de Koning die zijn oude rechten en ordonnanties herstelt, vergeet z’n ellende en zwakte om alleen naar z’n eerste gevoelens en plicht te luisteren: alles opofferen voor de glorie van het vaderland en dienst aan Zijne Majesteit. Hij vraagt hem de grieven, klachten en eisen te accepteren die hij aan de voet van de troon neerlegt, en hierin enkel de uiting van z’n ijver en eerbetoon van gehoorzaamheid te zien. Hij wenst: (…)

2. dat alle drie standen, al verenigd door plicht en gezamenlijke wens om gelijk bij te dragen aan de noden van de staat, ook samen overleggen over deze noden;

3. dat geen burger z’n vrijheid verliest behalve volgens de wet; dat daarom niemand wordt gearresteerd door speciale bevelen of dat, als dringende omstandigheden zulke bevelen nodig maken, de gevangene binnen hoogstens achtenveertig uur naar officiële rechtbanken wordt gebracht (…)

5. dat het bezit van alle burgers onschendbaar is en dat niemand gedwongen kan worden dit op te offeren voor het algemeen belang, tenzij met garantie van vergoeding, gebaseerd op oordeel van taxateurs die vrij gekozen zijn.

Advertentie