In november 1947 publiceert Alger Hiss, medewerker van de regering van de Verenigde Staten, een artikel in New York Times Magazine over de Marshallhulp. Hij schrijft:
Kunnen we niet zonder Europa?
Zonder Europa verdergaan is in economisch opzicht bijna hetzelfde als zonder de hele wereld verder te gaan. Ten eerste bestond een deel van de 21 procent van onze import in 1938 uit de zestien Marshallplan-landen, uit goederen waar we niet goed zonder kunnen. Het is nog belangrijker te beseffen dat Europa misschien niet de bron is van veel van onze onontbeerlijke grondstoffen, maar hun kolonies zijn dat wel. Deze export naar ons zou verstoord raken als de moederlanden van deze kolonies in zouden storten. (…)
Vanuit een politiek oogpunt is verdergaan zonder Europa hetzelfde als één van onze sterkste en betrouwbaarste bondgenoten afstoten. Het zou betekenen dat we het continent verlaten waar we onze idealen van vrijheid en democratie vandaan haalden. Het leidt tot het verdwijnen van een cultureel centrum dat de wereld verrijkt. Strategisch gezien zouden we 270 miljoen mensen en de tweede industriële macht van de wereld laten overgaan in het grote gebied dat al wordt gedomineerd door de communistische ideologie en de belangen van de Sovjet-Unie.
Waarom zouden we socialistische Europese regeringen steunen?
Ten eerste is het in ons eigen belang de huidige regeringen van West-Europa te steunen, ongeacht of ze socialistisch zijn of niet; ten tweede is het vanuit onze eigen tradities niet onze zaak ons te bemoeien met de regeringsvorm die andere volken uit eigen vrije wil kiezen. Het is belangrijk erop te wijzen dat de vraag uitgaat van foute uitgangspunten. Geen enkel land in West-Europa is momenteel helemaal socialistisch of zelfs maar voor de helft socialistisch in de controle over het economische leven. Onze hulp zou bovendien de ontwikkelingen die het socialisme bevorderen, kunnen stoppen.