Dit is een enorme tekening gemaakt op zijde, zo’n twee bij vier meter groot gemaakt onder keizer Qianlong van de Qing-dynastie. Tijdens Qianlongs lange regeerperiode (1735-1799) sponsorde hij veel kunst waaronder ook Europese schilders, die ook hebben bijgedragen aan dit grote werk. Qianlong is linksonder te zien op de draagstoel onder de parasol. In 1753 gaven drie Mongoolse leiders zich over aan de Qing. Qianlong beloonden hen met eretitels en liet een groot banket voor hen organiseren in zijn bergverblijf en zomerpaleis in Chengde, iets ten noorden van Beijing. Een van de redenen voor de bouw van dit paleis was dat Mongolen veilig de keizer konden bezoeken ten noorden van de Chinese muur. De Mongoolse bevolking van het rijk reisde liever niet af naar Beijing uit angst om daar pokken op te lopen. Om de Mongoolse gezanten zich thuis te laten voelen werd in de Wanshuyuan, “de tuin van tienduizend bomen”, een grote keizerlijke joert opgericht, waar de gezanten dan werden ontvangen.
