De christelijke auteur Salvianus (ca. 400-480) schreef in zijn boek ‘De gubernatione Dei’ (Over Gods regering) over hoe de inwoners van het Romeinse Rijk de invallen van de Germanen ondergaan:
Maar naar wat anders kunnen deze ongelukkige mensen verlangen, die lijden onder de aanhoudende en zelfs onophoudelijke verwoesting als gevolg van publieke belastingheffingen? Voor hen is er ieder moment de dreiging van een zware en meedogenloze vervolging. Zij verlaten hun huizen, omdat zij anders gefolterd worden in hun eigen huis. Zij gaan in ballingschap, om te voorkomen dat zij gemarteld worden. De vijand is jegens hen meer toegevend dan de belastinginners. Dit wordt bewezen door het enkele feit dat zij naar de vijand vluchten teneinde het volle gewicht van de zware belastingheffing te ontvluchten. Juist deze belastingheffing, hoe hard en onmenselijk ook, zou niettemin minder zwaar en hardvochtig zijn als iedereen deze in gelijke mate en gezamenlijk zou dragen. De belasting is schandelijker en drukkender gemaakt, omdat niet allen de last van allen dragen. Zij persen van de arme man schatting af voor de belastingen van de rijken, en de zwakkeren dragen de last van de sterkeren. Er is geen andere reden dat zij alle belastingen niet kunnen opbrengen dan dat de last die op deze stakkers wordt gelegd groter is dan hun middelen.