In 1635 veroverden Spaanse soldaten de vesting Schenkenschans op de Republiek. Met het strategische fort –“de Sleutel tot Holland”- verloor de Republiek de controle op de Rijn en Waal. Prins Frederik Hendrik van Oranje (1584-1647) staakte zijn aanval op Geldern om de schans te heroveren. De Duitse keizer Ferdinand II (1578-1637) stuurde zijn leger onder Ottavio Piccolomini met 15.000 Kroaten om de Schenkenschans te ontzetten. De Kroaten maakten al snel naam met hun gewelddadige optreden. Het doodslaan van honderd inwoners op de schans van het Gelderse Kevelaer en het verbranden van de Kleefse enclave Oeffelt boezemden angst in. Vele vluchtelingen uit de Brabants-Duitse grensregio streken neer in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch. Toen de Udense vluchtelinge Elizabeth Leesten in Veghel aan de buikloop overleed, vermeldde de pastoor dat zij hierheen gevlucht was wegens de woeste en wreed oprukkende keizerlijke soldaten. In amper drie weken tijd stierven in Veghel negen vluchtelingen, afkomstig uit Uden, Oeffelt, Neerloon en Vierlingsbeek. De schrik zat er goed in. Zeker toen een karavaan Kroaten door Veghel trok en 40 gevangenen met zich meesleepte, waarvan een deel gewond en ziek op een kar.
