In 1794 doet Herman Willem Daendels een oproep:
Daendels, generaal-majoor (van de brigade) bij het Franse leger, aan zijn Gelderse en Overijsselse landgenoten! Ontwaakt mijne waarde landgenoten. De tijd is gekomen dat wij ons zelf moeten verlossen van de slavernij waaronder het land en vooral de boerenstand zo lang gezucht heeft. Aarzel niet de wapens op te pakken en u te ontdoen van uw drosten, hoofdschouten, richters, ambts-jonkers, schouten, collecteurs, pachters1 en andere beulen en bloedzuigers. (…) Ik en andere Gelderse en Overijsselse jongens, die onder de Fransen het kunstje van de oorlog geleerd hebben, staan gereed. U zult binnenkort zien hoe die mooi-gepoederde officiertjes en soldaten op de loop gaan voor boerenjongens in hun linnen kielen.
noot 1 Verschillende machthebbers op het gebied van orde, rechtsspraak en belastingen.
Toelichting:
Herman Willem Daendels is de zoon van de stadssecretaris van Hattem in Gelderland. Hij vlucht in 1787 naar Frankrijk nadat hij kritiek heeft geuit op het beleid van de regenten en de stadhouder in de Republiek.