De zwarte activist Marcus Garvey schrijft in 1923 in een tijdschrift over segregatie in de Verenigde Staten:
Wij vinden dat er absoluut geen reden zou moeten zijn voor welk onderscheid dan ook tussen het zwarte en blanke ras, indien elk van beide ophoudt zich telkens maar weer aan te passen en gewoon zichzelf blijft. Wij geloven in de puurheid van beide rassen. Wij vinden niet dat een zwarte man het idee moet hebben dat het hoogste dat hij kan bereiken een huwelijk met een blanke vrouw is. Maar wel vinden we dat blanke mannen moeten leren om zwarte vrouwen met hetzelfde respect te behandelen dat zij eisen van zwarte mannen tegenover blanke vrouwen. De leer van sociale gelijkheid, die bepaalde zwarte leiders preken, dat blanken en zwarten één volk moeten worden, is slecht en gevaarlijk, omdat daardoor de raszuiverheid van beide verloren zou gaan. Wij vinden dat de zwarte bevolking een eigen land moet krijgen, waar zij alle mogelijkheden heeft om zich politiek, sociaal en economisch te ontwikkelen. Het heeft geen zin om zwarten in blanke landen aan te moedigen en van hen te verwachten dat zij ook opklimmen tot president, gouverneur, burgemeester, senator, Congreslid, rechter of andere leidinggevende functies. Wij zijn van mening dat, gezien de groeiende ambities van zwarten, er een gruwelijk conflict zal ontstaan als zij over 50 of 100 jaar nog steeds niet beschikken over een eigen land. Het zal dan slecht met hen aflopen en het wordt een blamage voor de hele beschaafde wereld. Een dergelijk conflict willen wij voorkomen door de zwarten een eigen nationaal tehuis te geven.