Dit is een portret door een anonieme hofschilder van keizer Kangxi (wordt ongeveer uitgesproken als ‘kangsjie’) richting het einde van zijn bewind, een bewind van meer dan 60 jaar, van 1661 tot 1722, alleen overtroffen door zijn kleinzoon Qianlong, die regeerde van 1736 tot 1799. Kangxi was lid van de Qing-dynastie en dus een Mantsjoe, een volk dat van oudsher leefde op de steppes van wat nu Noordoost-China is, de regio die we Mantsjoerije noemen. Kangxi wordt beschouwd als een van de grootste Chinese keizers. Na de chaotische ineenstorting van de vorige dynastie en de Mantsjoe verovering van China wist hij de positie van de Qing te stabiliseren en luidde hij een bloeiperiode voor China in.
Op dit portret is Kangxi te zien in hofkledij. De kledingvoorschriften aan het Chinese hof werden tamelijk omgegooid tijdens de Mantsjoe verovering van China. De vormen van traditionele Mantsjoe kledij werden gecombineerd met Chinese patronen en motieven. Dus Kangxi is hier te zien in het geel en is versierd met draken, typisch Chinese symbolen van de keizer. Hij zit ook op een drakentroon. De traditionele Chinese gewaden waren echter breed en hingen los over het lichaam heen met flink losse mouwen. Allemaal prima voor een sedentair leven, zoals dat van de Han-Chinezen, minder handig wanneer je een groot deel van je leven te paard rondtrekt zoals de Mantsjoes dat deden op de noordelijke steppes. Kangxi zijn gewaad zit dus aan de bovenkant redelijk strak om zijn bovenlijf heen en is aan de rechterkant vast gemaakt. Zijn mouwen zijn veel strakker en zijn handen worden deels verhuld door een mouw die met een boog naar buiten wijst. Deze zogeheten ‘hoefijzermouw’ was ontstaan onder de Mantsjoes om je hand te beschermen tijdens het boogschieten. Verder is de uitgebreide losse kraag ook een Mantsjoe kledingstuk. Afgebeeld is de zomervariant van de keizerlijke kledij. Ogenschijnlijk is het grootste verschil tussen de winter- en zomerkleren de hoed, die overigens ook typisch Mantsjoe is. De winterhoed was vooral zwart, gemaakt van bont met een rand die omhoog stak. De zomerhoed was van strookjes bamboe en aan de buitenkant van rode zijde met een rand die schuin naar beneden stak.
