Prijzen uitgeloofd na inname van de Boshuizerschans

Na de succesvolle verovering van de schans buiten de Rijnsburgerpoort op 17 juli 1574 besloot het stadsbestuur van Leiden om nog een schans aan te vallen en hiervoor prijzen uit te loven. Ook de Boshuizerschans werd ingenomen door een leger van vrijbuiters, maar wie 1e, 2e en 3e waren was niet zo duidelijk:

Vertaling:

Vandaag, op 29 juli 1574, zijn door commissaris Bronchorst de volgende prijzen vastgesteld voor het veroveren van de Boshuizerschans: 8, 6, 4 en 2 pond voor degenen die 1e, 2e, 3e en 4e zouden zijn in het veroveren. En dat ieder die een hoofd van de vijand inlevert, voor elk hoofd 24 schellingen zal krijgen.
De schans is ingenomen, zonder dat met zekerheid te zeggen is wie 1e, 2e, 3e en 4e waren. Daarom is er ruzie ontstaan tussen de volgende mensen: Phillips Dirks, Willem Adriaans, Albert Adriaans, Hendrik Gijsberts, Klaas Cornelis Oy van Leiden, Cornelis Jans, Vrolik van Haarlem, Broer van Leiden, Bollik van Katwijk, Adriaan van der Goude, Lieven Fromont Buijchaver van Leiden, Willem Cornelis Paater, Dirk Klaas Coenesteijn, Guus van Leiden, Thomas Jans Lichthart van Alkmaar, Drinkuut van Alkmaar en Rob… Daarom is besloten om het prijzengeld eerlijk te verdelen onder deze mannen. Ook kregen Roos van Amersfoort en Robert Engelsman samen 2 pond en 8 schellingen, omdat ze twee hoofden van vijanden hadden ingeleverd.

Advertentie