De monnik Columba (521-597), afkomstig uit Ierland en stichter van een klooster op een klein eiland voor de westkust van Schotland (Iona), bekeerde van hier uit samen met zijn volgelingen Schotland en een groot deel van Noord-Engeland tot het Christendom. Hij heeft geen geschreven kloosterregel nagelaten, maar later is wel een poging gedaan een regel in de geest van het optreden van Columba te reconstrueren. Hieronder staat een aantal fragmenten uit de Regel van Columba:
Wees altijd weerloos, in navolging van Christus en de Evangelisten.
Hoe weinig of hoeveel u ook van iets bezit, of het nu kleding of voedsel of drinken is, laat het onder het beheer van de abt en tot zijn beschikking zijn, want het past een geestelijke niet om zich wat bezit betreft te onderscheiden van zijn eigen vrije broeder.
Laat een ommuurde plek, met één deur, u afzonderen.
Laat uw dienaar een bescheiden, godsdienstig, niet kwaadsprekende man zijn, die u voortdurend bedient, met gematigde arbeid natuurlijk, maar altijd beschikbaar.
Voortdurende gebeden voor degenen die u last bezorgen.
Het geven van aalmoezen gaat voor al het andere.
Drie taken overdag, namelijk gebeden, arbeid en studie.
Neem geen voedsel tot u hongerig bent.
Slaap niet tot u daartoe het verlangen voelt.
Alles wat u meer krijgt in maaltijden of kleding, geef het in Gods naam aan de broeders die daar behoefte aan hebben, of aan de armen.
De liefde tot God met geheel uw hart en al uw kracht.