Regels bij het benoemen van een nieuwe abdis

Talasia was de abdis1 van het klooster St. Marie in Autun (in het huidige Frankrijk). In 602 stuurde paus Gregorius I haar een brief, waaruit hieronder een fragment staat:

Wij bepalen dat wanneer de abdis van dit klooster overlijdt, niemand door slimme trucjes of gekonkel benoemd mag worden. In plaats daarvan moet de koning van het gebied, met instemming van de nonnen, iemand kiezen en voordragen om gewijd te worden.

We voegen hieraan toe, om hebzucht te voorkomen, dat geen koning, priester of wie dan ook – persoonlijk of via een tussenpersoon – goud of andere voordelen mag aannemen voor de wijding van deze abdis of voor enige andere zaak die met dit klooster te maken heeft. De abdis mag ook niet op het idee komen om geschenken uit te delen voor haar wijding, zodat de giften die gelovigen aan religieuze instellingen hebben gedaan niet worden verspild.

Omdat kwaadwillende mensen, zo wordt gezegd, veel manieren zoeken om geestelijken te misleiden, bepalen we dat de abdis van dit klooster op geen enkele manier mag worden ontslagen of afgezet, tenzij dit nodig is vanwege wangedrag. Daarom is het belangrijk dat als er zo’n klacht tegen haar wordt ingediend, de bisschop van Autun dit niet alleen onderzoekt, maar dit grondig doet samen met zes andere bisschoppen. Zo kan door een gezamenlijk oordeel een beslissing worden genomen volgens het kerkelijk recht: straf als ze schuldig is, vrijspraak als ze onschuldig is.

Noot 1: een abdis is het hoofd van een vrouwenklooster.

Advertentie