In 1903 bombardeert de Duitse marine een fort in Venezuela vanwege achterstallige betalingen aan Duitsland. De Amerikaanse president Theodore Roosevelt reageert daarop als volgt:
De Verenigde Staten willen geen uitbreiding van grondgebied op het Westelijke halfrond, noch op andere wijze ingrijpen in aangelegenheden van andere landen in dat gebied, behalve wanneer dat in hun belang is. Wij streven er slechts naar dat in onze buurlanden stabiliteit, orde en welvaart heerst. Elk land met een bevolking die zich goed gedraagt, kan rekenen op onze warme vriendschap. Als een land er blijk van geeft sociale en politieke vraagstukken op een efficiënte en fatsoenlijke manier te kunnen afhandelen en als het zijn financiële verplichtingen nakomt, heeft het geen tussenkomst van de Verenigde Staten te vrezen. Chronische misstanden of wanbeleid, waardoor de betrekkingen met de beschaafde wereld in het geding zijn, kunnen er zowel in Amerika als elders toe leiden dat een beschaafd land uiteindelijk moet ingrijpen. Op het Westelijk halfrond kunnen de Verenigde Staten zich gedwongen voelen, hoe zeer dat ook tegen hun zin in is, een internationale politiemacht in te zetten om op te treden tegen ernstige wandaden of wanbeleid.
Toelichting
De Monroedoctrine, afgekondigd in 1823 door de Amerikaanse president James Monroe, stelde dat de Verenigde Staten geen Europese kolonisatie of inmenging in de Amerika’s zou tolereren, terwijl ze zich op hun beurt niet zouden mengen in Europese aangelegenheden.