In 1940 richt de Duitse bezetter de Winterhulp op, die geld inzamelt onder de Nederlandse bevolking. Artikel 2 van de statuten van de Winterhulp luidt:
Het is de taak der Stichting om de in het bezette Nederlandse gebied levende behoeftige Nederlandse staatsburgers zonder aanzien des persoons hulp en ondersteuning te verschaffen.